6.8 Is het zo erg als de panda uitsterft? Wat nu als wilde beesten onze beschaving bedreigen? Zijn er grenzen aan dierenrechten? Moeten inheemse stammen kunnen blijven jagen?
De pandabeer laat zien dat de mens begint te slagen in het beschermen van diersoorten. Andere soorten dreigen nog steeds uit te sterven. Vooral als dit veroorzaakt wordt door mensen, moet er wat aan gedaan worden. Wij moeten ons als beheerders, niet als vernietigers van de aarde gedragen (Gen 1,28). Het is bijzonder christelijk om voor dieren op te komen (Spr 12,10). Het wreed behandelen van dieren gaat tegen onze waardigheid in.
Veiligheid en welzijn van mensen gaan vóór dieren (Mat 15,26-27). Om mensen te beschermen is het soms nodig beesten te doden (1 Sam 17,34-35). Inheemse stammen die voor eigen gebruik op dieren jagen, doden normaal gesproken alleen wat zij nodig hebben zonder de natuur te verstoren. Het zou onmenselijk zijn om hen te verhinderen op hun eigen manier te leven, ook al is de kijk op de jacht op andere plaatsen misschien veranderd. God heeft ons de aarde en alles wat erbij hoort gegeven voor ons welzijn, onze gezondheid inbegrepen.
Hoe moet de mens zich gedragen tegenover de dieren?
De mens moet de dieren, die schepselen zijn van God, met welwillendheid behandelen, en zowel een overdreven liefde ten opzichte van hen als een willekeurig gebruik ervan vermijden, met name waar het gaat om wetenschappelijke proefnemingen die de redelijke perken te buiten gaan en die de dieren zelf onnodig laten lijden [CCKK 507].
[De mensheid] is vrij om te beschikken over het bestaan en het leven van niet-rationele wezens, zoals planten en dieren (wat niet wegneemt dat hij aan God en aan zijn eigen waardigheid verplicht is onnodig geweld en wreedheid te vermijden), maar hij heeft dit recht niet ten aanzien van andere mensen of ondergeschikten [Paus Pius XII, Tot de Internationale Vereniging van Artsen, 30 sept. 1954]